|
Hoe ziet Ken Wilber Het Gekwetste Kind?
De werelden van het ego:
We zien in dit stadium de driehoek van differentiatie, transcendentie
en operatie.
Maar als we die ontwikkelingspsychologische driehoek wat meer in
detail bekijken, dan is dit wat we vinden - in elk belangrijk stadium
van ontwikkeling is er: de verschijning van een hogere-orde-structuur;
de vereenzelviging met die hogere structuur; de differentiatie of dis-identificatie
van de lagere structuur, wat neerkomt op een overstijging van de lagere
structuur, zodat de hogere structuur zowel bewerkingen kan uitvoeren op
de lagere structuren als deze kan integreren.
Zo verschijnt er een tamelijk samenhangend mentaal ego (meestal
tussen het vierde en het zevende jaar), dat zich van het lichaam differentieert,
de eenvoudige biologische wereld overstijgt en daardoor tot op zekere
hoogte bewerkingen kan uitvoeren op de biologische werled (en de voorafgaandelijke
fysieke wereld) door het instrumentarium van het eenvoudige representationele
denken te gebruiken. Deze hele trend bereikt zijn hoogtepunt met de verschijning
(meestal rond het zevende jaar) van wat Piaget noemt het 'concreet-operationele
denken' - een vorm van denken die de concrete wereld en het lichaam
door middel van begrippen kan bewerken. Deze vorm van kennen beheerst
het middelste ego/persona-stadium.
Tegen de tijd van de adolescentie - het late ego/persona-stadium
- begint er een andere buitengewone differentiatie op te treden. In wezen
begint het zelf zich gewoon te differentiëren van het concrete gedachtenproces.
En omdat het zelf zich begint te diffentiëren van het concrete gedachtenproces,
kan het tot op zekere hoogte dat gedachtenproces overstijgen en het daardoor
bewerken.
Het is daarom niet zo vreemd dat Piaget dit - zijn hoogste stadium - 'formeel-operationeel'
noemt, omdat je je eigen concrete gedachten kunt bewerken (d.w.z. zowel
met formele of taalkundige objecten als met fysieke of concrete voorwerpen
kunt werken) - een gedetailleerde operatie die, onder andere, de zestien
binaire proposities van de formele logica tot gevolg heeft. Maar het enige
punt waar ik de nadruk op wil leggen is dat dit kan gebeuren omdat het
bewustzijn zich differentieert van het syntactische denken, het zo overstijgt,
en daardoor ermee kan werken (iets wat het niet kon doen toen het dat
denken was).
In feite neemt dit proces in dit stadium pas een aanvang - het wordt sterker
in de hogere stadia - maar het principe lijkt duidelijk: het bewustzijn
of het zelf begint het verbale ego-denken te overstijgen. Het begint
trans-verbaal, trans-egoïsch te worden. (Ken
Wilber : Het Atmanproject, p. 59-60)
|