|
Hoe zag Fritz Perls Het Gekwetste Kind?
Perls beschrijft de neurose als een 'groeistoornis' en
geeft hiermee uitdrukking aan het probleem van de onvolwaardigheidsgevoelens
en de daaruit voortvloeiende 'co-dependentie' van het verwonde
Kind.
Wij zouden geen 'co-dependente' volwassen kinderen zijn als de behoeften
die we tijdens onze ontwikkeling hadden, vervuld waren geworden.
Worden deze behoeften in de zuigelingen- en peutertijd niet naar behoren
bevredigd, dan komen daar ernstige problemen uit voort. Ze zijn samen
te vatten met de term narcistische deprivatie. We hebben niet het
tegenspel en de weerklank gekregen die we nodig hadden. We werden niet
onvoorwaardelijk bemind, dientengevolge hebben we geen grondhouding
van vertrouwen ontwikkeld.
Hierdoor is het onverzadigbaar verlangen ontstaan dat zich bij sommigen
manifesteert in een verslaving aan eten, drinken of drugsmisbruik.
Ook ontstaat hierdoor de behoefte aan voortdurende bevestiging in onze
waarde - bijna alsof we zonder een dergelijke bevestiging niet meer
zouden bestaan.
Tot de andere gevolgen behoren een onverzadigbare behoefte aan aanraking
en omhelzing; een te grote fixatie op orale seks, niet meer
in contact staan met je fysieke behoeften (de seinen van je lichaam);
neiging om 'alles te slikken wat de mensen je wijsmaken' - om een
goedgelovige sukkel te zijn.
Maar vóór alles word je, wanneer de behoeften die je in je zuigelingentijd
had niet vervuld zijn schaamte, voor jezelf bijgebracht, het gevoel ergens
diep binnenin dat er iets niet aan je deugt.
Co-dependentie wordt gedefinieerd als een on-welzijn dat gekenmerkt
wordt door een verlies van identiteit.
Co-dependent zijn betekent dat je niet meer in contact staat met je gevoelens,
behoeften en verlangens. Een gevoel van eigenwaarde, dat van binnenuit
gegroeid is; en leeft vanuit een gevoel van andermans waarde, dat van
andere mensen afhankelijk is. (Bradshaw p.
109, 110, 24 en 25).
|