|
Hoe ziet Paul Watzlawick Het Gekwetste Kind?
Paul Watzlawick geeft vooral de pathologische communicatie weer
en meer specifiek de dubbele binding.
De bestanddelen van een dubbele binding:
1. Twee of meer personen zijn betrokken in een intense verhouding die,
materieel en/of psychologisch, in sterke mate een levensbelang vertegenwoordigt
voor een, meerdere of alle betrokkenen. Situaties waarin dergelijke intense
verhoudingen typisch voorkomen zijn het gezinsleven (vooral de
interactie tussen ouders en kind), maar treden voorts ook op bij ziekte,
materiële afhankelijkheid, gevangenschap, vriendschap,
liefde, trouw aan een geloof, ideaal of ideologie,
contexten beïnvloed door maatschappelijke normen of traditie, en
in de psychotherapeutische relatie.
2. Binnen een dergelijke context wordt een bericht afgegeven van een dergelijke
structuur dat (a) er iets wordt beweerd, (b) er iets wordt beweerd over
die bewering zelf, en dat (c) deze beide beweringen elkaar onderling uitsluiten.
Indien het bericht dus een gebod is, dient dit gebod overtreden te worden
om te worden opgevolgd. Is het een omschrijving van iemand zelf of een
ander, dan is de aldus omschreven persoon dat soort persoon als hij niet
zo is, en is hij dat niet als hij wel zo is.
3. Tenslotte is het de ontvanger van het bericht niet mogelijk buiten
het door het bericht afgebakende kader te treden, noch door middel van
metacommunicatie (commentaar op het bericht), noch door zich aan de situatie
te onttrekken. Zelfs al is het bericht dus logisch zonder betekenis, het
blijft een pragmatische realiteit: de ontvanger kan niet niet-reageren,
maar kan evenmin op passende wijze (niet-paradoxaal) reageren, daar het
bericht zelf paradoxaal is. Deze situatie wordt vaak nog gecompliceerder
gemaakt door het min of meer onverholen verbod om te laten merken dat
men zich bewust is van de tegenstrijdigheid of van de zaak waar het in
werkelijkheid om gaat. Iemand die in een dubbele binding verzeild is geraakt,
loopt derhalve grote kans op bestraffing (of althans opgedrongen
schuldgevoelens) indien hij iets op de juiste wijze waarneemt, en op
het etiket 'slecht' of 'gek', indien hij zelfs maar insinueert dat
er misschien een onderscheid is tussen wat hij ziet en 'eigenlijk hoort'
te zien. Dit is het wezenlijke van de dubbele binding.
Het pathogene karakter van een dubbele binding.
Sinds het geformuleerd werd heeft dit begrip nogal wat aandacht getrokken
in de psychiatrie en in de gedragswetenschappen in het algemeen, en het
is zelfs in het politieke jargon opgenomen. De kwestie van het pathogene
karakter van de dubbele binding werd onmiddellijk het meest omstreden
en minst begrepen aspect van de theorie en is dat gebleven. Deze kwestie
verdient dus enige aandacht voor we met ons onderwerp verder gaan.
Er kan geen twijfel aan bestaan dat de wereld waarin we leven verre van
logisch is en dat wij allen aan dubbele bindingen blootgesteld zijn geweest
- toch lukt het de meesten van ons normaal te blijven. De meeste van dergelijke
ervaringen staan echter los van elkaar en zijn van voorbijgaande aard,
ook al kunnen ze op het tijdstip zelf traumatisch zijn.
Er ontstaat een heel andere situatie wanneer iemand gedurende lange
tijd aan dubbele bindingen wordt blootgesteld en deze geleidelijk
een normaal verwachtingspatroon voor hem gaat vormen. Dit geldt natuurlijk
vooral in de jeugd, daar alle kinderen geneigd zijn te denken dat
wat hun gebeurt, overal ter wereld zo gebeurt, dat het, zogezegd, de wet
van het universum is. Hier is dus geen sprake van losstaande trauma's,
maar staan we eerder tegenover een afgerond patroon van interactie.
Dat dit een patroon van interactie is, wordt misschien wat duidelijker
als men voor ogen houdt dat het ontstaan van en dubbele binding, gezien
de aard van de menselijke communicatie, nooit een in één richting verlopend
proces kan zijn. Als een dubbele binding, zoals we hierboven hebben gezien,
paradoxaal gedrag teweegbrengt, dan wordt juist door dit gedrag de
'dubbel-binder' op zijn beurt 'dubbel-gebonden'. Wanneer dit patroon
eenmaal in werking is getreden, is het praktisch zinloos te vragen wanneer,
hoe en waarom het is ontstaan, want pathologische systemen hebben merkwaardige,
zelfbestendigende kwaliteit van vicieuze cirkels.
Effecten op het gedrag van dubbele bindingen
In het geval van dubbele dingen heeft de complexitiet van het patroon
een bijzonder beperkende werking en zijn slechts zeer weinig reacties
pragmatisch mogelijk. Hier volgen enkele van deze mogelijkheden.
Gesteld tegenover de onhoudbare ongerijmdheid van een situatie kan iemand
allicht tot de conclusie komen dat hij belangrijke aanwijzingen over het
hoofd ziet, die ofwel inherent zijn aan de situatie ofwel door belangrijke
medespelers in die situatie zijn verstrekt. Hij zal in de laatstgenoemde
veronderstelling gestijfd worden door het feit dat anderen de situatie
klaarblijkelijk als volkomen logisch en natuurlijk beschouwen. De idee
dat deze belangrijke aanwijzingen hem expres door de anderen worden onthouden
zou slechts een variatie op dit thema zijn. In elk geval - en hier draait
de kwestie om - zal hij geobsedeerd worden door de noodzaak om deze aanwijzingen
op te sporen en zo een zin te geven aan wat er in en rondom hem voorvalt,
zodat hij zich op het laatst gedwongen voelt zijn speurtocht naar een
leidraad of zin uit te strekken tot de meest onwaarschijnlijke en verst
verwijderde verschijnselen. Dat iemand aldus de werkelijke feiten uit
het oog gaat verliezen wordt des te aannemelijker als men bedenkt
dat een essentieel bestanddeel van een dubbele binding juist bestaat uit
het verbod zich bewust te worden van de daarbij betrokken tegenstrijdigheid.
Aan de andere kant kan hij dezelfde keuze maken als recruten, die
alras ontdekken wat de beste reactie is op de verbijsterende logica (of
het gebrek daaraan) van het leger: alle geboden stuk voor stuk en volslagen
letterlijk opvolgen en geen enkel blijk geven van zelfstandig denken.
Op deze wijze vermijdt men een eindeloze speurtocht naar verborgen betekenissen
en schuift men a priori de mogelijkheid terzijde dat menselijke betrekkingen
ook maar iets meer dan de letterlijkste, oppervlakkigste betekenis zouden
kunnen hebben, of zelfs dat het ene bericht meer zou kunnen inhouden dan
het andere. Het laat zich voorstellen dat een dergelijk gedrag elke waarnemer
stompzinnig zou voorkomen, want het onvermogen om te kunnen onderscheiden
tussen het bijkomstige en het belangrijke, tussen het aannemelijke en
het onaannemelijke, is tekenend voor stompzinnigheid.
De derde mogelijkheid is dat men zich terugtrekt uit het menselijk
verkeer. Dit kan worden bewerkstelligd door zich feitelijk zoveel
mogelijk af te zonderen en, waar afzondering niet in de gewenste
mate mogelijk is, de input-kanalen van de communicatie te blokkeren.
Iemand die zich op deze wijze te weer stelt zal de waarnemer als teruggetrokken,
onbenaderbaar en autistisch voorkomen. Praktisch hetzelfde resultaat -
nl. ontsnapping aan de situatie van de dubbele binding - kan eventueel
worden bereikt door hyperactief gedrag dat zo intensief wordt volgehouden
dat binnenkomende berichten erdoor overstemd worden.
Deze drie reacties op de onbeslisbaarheid van bestaande of vast verwachte
dubbele bindingen doen, zoals de opstellers van de theorie in hun oorspronkelijk
artikel opmerken, onmiddellijk denken aan de klinische beelden van de
schizofrenie, d.w.z. van respectievelijk de paranoïde, hebefrene
en de (door stupor of agitatie gekenmerkte) katatone verschijningsvormen
van de schizofrenie.
Zij voegen eraan toe: deze drie mogelijkheden zijn niet de enige. Waarom
het gaat is dat iemand niet die ene mogelijkheid kan kiezen die hem zou
helpen ontdekken wat de mensen bedoelen: hij kan, zonder aanzienlijke
hulp van buiten, niet de berichten van anderen bespreken. Zonder dit
vermogen is de mens gelijk aan elk zelfregulerend systeem dat zijn regulateur
is kwijtgeraakt: het gaat een spiraal van eindeloze, maar altijd systematische
afwijkingen beschrijven. (Watzlawick , p. 171
t/m 173, p. 175, 178, 179).
|