Hoe ziet Nagy Het Gekwetste Kind?
Nagy beschrijft de sociale structuur van het gezin, de loyaliteiten
en het volste recht.
Een gezin is een sociale structuur die door zijn eigen wetten wordt
geregeerd.
De belangrijkste wetten van gezinsstructuren zijn:
(1) het hele systeem doet iedereen zich op zodanige wijze manifesteren
dat het gezin alleen te definiëren is aan de hand van de relatie tussen
de leden, niet aan de hand van de som van de delen.
(2) Het hele systeem werkt volgens een bepaald evenwichtsprincipe,
zodat wanneer één lid van het gezin het evenwicht verstoort, een ander
lid dat compenseren zal. Zo kan bijvoorbeeld een drankzuchtige, onverantwoordelijke
vader tegenwicht krijgen van een zich geheel van drankgebruik onthoudende,
onverantwoordelijke moeder; een onbeheerst driftig hysterische vrouw heeft
misschien als tegenwicht een gelijkmatig gestemde, zachtmoedige, op bedeesde
toon sprekende echtgenoot.
(3) Het hele systeem wordt beheerst door regels. Bij gezonde gezinnen
zijn die regels bespreekbaar en staan open voor discussie; bij ongezonde
zijn die regels star en valt er niet aan te tornen.
(4) De leden van het systeem spelen rollen om de behoeften van
het systeem in evenwicht te houden. In gezonde gezinssystemen zijn die
rollen flexibel en verwisselbaar; binnen ongezonde zijn de rollen star
en liggen ze vast.
Het gezinssysteem bestaat ook uit onderdelen, waarvan de voornaamste
het huwelijk is. Wanneer het huwelijk op het punt van intimiteit
te kort schiet, neemt het binnen het gezin geldende principe van evenwicht
en complementering de zaak over. Voor een evenwichtig gezin moet het
huwelijk gezond zijn. Ontbreekt het evenwicht, dan zal de dynamische energie
binnen het systeem de kinderen ertoe drijven om dat evenwicht te herstellen.
Als pa niet erg over ma te spreken is, kan hij zich voor bevrediging van
zijn emotionele behoeften tot zijn dochter wenden. Zo kan een dochter
haar vaders kleine pop of prinsesje worden. Een jongen kan zijn moeders
manneke, of zelfs DE man in haar leven worden, in plaats van zijn vader.
Er zijn vele, niet door sekse bepaalde variaties. Een meisje kan in plaats
van vader de zorg voor moeder op zich nemen, een jongen kan in emotioneel
opzicht de rol van vaders vrouw vervullen. In alle gevallen wordt een
verticale gekruiste binding tussen beide generaties tot stand gebracht.
De kinderen zijn er om zich om het huwelijk van hun ouders te bekommeren
en worden gebruikt om de eenzaamheid van hun ouders op te lossen.
Loyaliteit
Loyaliteit tussen ouders en kinderen:
Het gezamenlijk hebben van loyaliteitswortels en van het door
de vorige generaties opgebouwde erfgoed vormt een onvervangbare band tussen
mensen.
Deze band is niet alleen bestand tegen fysieke en geografische spreiding,
maar is tevens bepalend voor de mate waarin nakomelingen zich vrij
kunnen voelen om vanuit de oorspronkelijke bronnen van vertrouwen
andere relaties aan te gaan die buiten de sfeer liggen van de gezinnen
van herkomst.
Mensen blijven loyaal aan het oorspronkelijke gezin, ook lang nadat
ze, ogenschijnlijk door eigen keuze of door noodzaak, alle banden daarmee
verbroken hebben.
De primaire loyaliteitsband tussen ouder en kind, het beschikbaar zijn
en het in staat zijn om te kunnen geven, zijn voor ieder van invloed op
de houding die ingenomen zal worden ten opzichte van de wereld buiten
het gezin van herkomst.
De loyale gebondenheid aan de oorsprong zet vaak onzichtbare krachten
in werking. In relaties die met anderen worden aangegaan, is men zich
vaak niet bewust dat men in de keuzen hiervan en in de beslissingen die
worden genomen, loyaal blijft aan zijn oorsprong. Loyaliteit is daarom
een fundamentele kracht bij de vorming van het individu.
In dit concept van het erkennen en herkennen van loyaliteitsbanden
is het volwassen individu een persoon die autonoom is geworden, juist
door zich rekenschap te geven van het bestaan van loyaliteitsbanden en
die dit besef daadwerkelijk in zijn levensontwerp heeft geïntegreerd.
Verticale tegenover horizontale loyaliteit:
Tussen de elkaar steeds opvolgende generaties zijn verticale loyaliteitsbanden
ingebed: de asymmetrische, onomkeerbare relatie tussen ouder en kind.
Relaties, waarbij de betrokkenen op voet van gelijkheid staan, waarbij
wederzijdse verplichtingen en rechten ontstaan, vormen dan de horizontale
loyaliteiten. Deze loyaliteiten missen het onomkeerbare karakter van
de ouder-kind relatie.
Bewegende balans:
In de levensloop van de mens zullen de verticale en horizontale loyaliteitslijnen
elkaar telkens snijden.
Daarin komen het vermogen om oude en nieuwe loyaliteitsbanden in balans
te brengen en de mogelijkheid tot vrijheid voor nieuwe betrokkenheid en
ontwikkeling. Juist in de volgende overgangsfasen moeten nieuwe evenwichten
gevonden worden:
geboorte - groei volwassenheid - relaties - huwelijk - ouderschap - grootouderschap
- het verlies van ouders
De nieuwe relaties die men kiest op basis van zijn oorspronkelijke
loyaliteiten brengen ook nieuwe verwachtingen en verplichtingen.
Beide partners hebben te maken met hun verticale loyaliteiten.
Inherent aan het leven zelf is het feit dat verticale en horizontale loyaliteiten
met elkaar geconfronteerd worden en conflicten oproepen.
Dat is de realiteit van het leven.
Het zijn gewone menselijke, acceptabele fenomenen. Binnen zijn eigen te
vormen volwassen voorwaarden zal men een evenwicht moeten vinden om openlijk
loyaal te kunnen zijn; de mogelijkheid daartoe zal steeds onderzocht moeten
worden.
Verticale loyaliteitsbanden zijn, hoewel ze dikwijls ontkend of geminimaliseerd
worden, diep geworteld en hebben de kleur van bloed.
Door verbreking, vermijding, ontkenning of beschadiging
van deze loyaliteitsbanden zullen nieuw te vormen relaties vaak ernstig
te lijden hebben.
De vitale bronnen leveren dan te weinig zuurstof.
Wanneer men verticale en horizontale loyaliteiten voorstelt als een ladder,
dan lijkt het alsof de sport van de ladder geen houvast meer biedt en
telkens afbreekt op hetzelfde punt, het verbindingspunt. Iedere relatie
kan immers worden beëndigd, behalve de relatie tussen ouders en kinderen.
Loyaliteitsconflicten:
Loyaliteitsconflicten worden onleefbaar wanneer de intensiteit en de spanning
van het niet openlijk loyaal kunnen zijn naar de verticale loyaliteit
toenemen.
Horizontale en verticale lijnen kunnen elkaar zo diep treffen dat een
adem- en levenbenemende situatie kan ontstaan.
Loyaliteitsconflicten zijn in ieders leven voelbaar en hieraan inherent.
Iedere belangrijke levenskeuze impliceert een verschuiving binnen het
loyaliteitssysteem.
Autonomie en vrijheid willen hier zeggen dat men een weg
heeft ontdekt om een evenwicht te vinden binnen zijn eigen volwassen voorwaarden.
Dit evenwicht is te zien als een aan beweging onderhevige balans.
Onzichtbare loyaliteiten:
Wanneer de intensiteit en de spanning van het niet openlijk loyaal kunnen
zijn naar de oorsprong toenemen, worden de loyaliteiten meer of minder
onzichtbaar omdat men ze moet ontkennen. Deze onzichtbare loyaliteiten
zijn beklemmend en beïnvloeden de gekozen relatie. Zij verhinderen en
stremmen wederkerigheid. Dit maakt per se onvrij, zelfs zo sterk dat ze
op een ketting lijken waaraan men geklonken is.
De onzichtbare loyaliteit ten opzichte van ouders of vorige generaties
werkt door in de gedragingen tegenover derden (gekozen relaties) die met
de oorzaak ervan niets te maken hebben.
De verborgen loyaliteitsbetrekkingen verwijzen naar de balansen van verworven
verdiensten, verplichtingen en betrouwbaarheid van generaties en komen
onbewust tot uiting.
Volwassenheid en loyaliteit
Groei of volwassenwording van welk lid van het gezin ook, impliceert
verschuivingen en veranderingen in de loyaliteitshuishoudingen.
De krachten van het loyaliteitssysteem blijven meestal verborgen, maar
de effecten kunnen te voorschijn komen bij het intreden van een nieuwe
fase, bijvoorbeeld wanneer iemand het gezin verlaat.
Het loslaten van de exclusiviteit van het gezin van herkomst en het zich
wijden aan vrienden, relaties en huwelijken, vereisen het basisvertrouwen
van waaruit de nieuwe rechten, verwachtingen en verplichtingen vorm kunnen
aannemen.
In sommige gezinnen is iedere beweging naar autonomie van het kind
een deloyaliteit.
Het thuisblijven wordt dan openlijk afgekeurd maar bedekt gewaardeerd
als bewijs van loyaal zijn aan het gezin van oorsprong.
Veel zelfstandig levende volwassenen functioneren nog als intensief met
hun ouders verbonden kinderen.
Geen verbintenissen aangaan, bijvoorbeeld niet trouwen, kan voortkomen
uit een volledig beschikbaar zijn en blijven voor ouders (overloyaal).
Delinquentie
Een delinquent kind lijkt een breuk in het gezin te veroorzaken
maar blijkt dikwijls juist op een bijzondere manier loyaal te zijn.
In zijn delinquentie beschermt het kind zijn ouders tegen de pijn van
hun verstoorde huwelijksrelatie en vult daarmee de mogelijke leegte van
de relatie op.
Wanneer het gezin niet bij de behandeling betrokken wordt, zal de taak
van de hulpverlener om het kind te begeleiden, zijn loyaliteit te beschermen
en recht te doen vaak belemmerd worden. Als gevolg daarvan maakt het kind
vaak een ander tot zondebok en slachtoffer.
Het raakt zijn opgekropte woede kwijt tegen de buitenwereld en zuivert
daarmee het beeld van zijn ouders.
Dit werkt als een communicerend vat, want als men zich tegen de buitenwereld
afzet en daarmee de wereld omlaagdrukt,'stijgen' de ouders.
Incest en loyaliteit
Het vertrouwen van een kind, zijn loyaliteit en zijn behoefte om de
ouders te behagen, kunnen makkelijk geëxploiteerd worden.
Het kind wil loyaal blijven, terwijl het uitgebuit en misbruikt wordt.
De reserves aan vertrouwen - in ieder mens aanwezig door de assymetrie
bij de geboorte - worden daardoor voortdurend uitgehold. Wanneer er sprake
is van incest, is de levensgeschiedenis vaak omgeven door geheimen
en schaamte.
Soms fungeert het kind zelfs als een ouder van de ouders: parentificatie.
Zo zal het ook de emotionele en fysieke noden van de ouders proberen op
te vangen.
Als men cliënten in incest-situaties wil helpen, is het van het grootste
belang de loyaliteiten te respecteren. Een cliënt zal eerder de
behandeling afbreken dan zijn fundamentele loyaliteiten te verraden. De
erkenning van de hieraan ten grondslag liggende diepe bezorgdheid voor
de familieleden zal dan de vrijheid geven om te kunnen praten.
Men moet de relationele basis binnen de loyaliteitshuishouding in beschouwing
blijven nemen, en de ouder de verantwoordelijkheid, die hij als volwassene
draagt, laten behouden.
Vaak blijkt dat de ouders zelf emotioneel verwaarloosd waren als kind
en in veel gevallen fysiek of seksueel mishandeld werden.
Wanneer ook deze zijde belicht wordt, doet dat niets af aan de ouderlijke
verantwoordelijkheden, maar worden de ouders niet buiten spel gezet en
wordt het kind niet aangezet tot verraad aan zijn fundamentele loyaliteiten.
Het grootboek en de roulerende rekening:
Het pasgeboren kind krijgt een eigen plaats in het grootboek
van verdiensten en verplichtingen, de balans van rechtvaardigheid
door de generaties heen.
Iedere generatie geeft, op wat voor wijze dan ook, aan de volgende generatie
door wat van de vorige werd ontvangen. Dit proces omvat dus altijd
drie generaties. Wat uit balans is geraakt in één generatie, hoopt
en verwacht men in de volgende weer in evenwicht te brengen door het zelf
als ouder beter te doen.
Wanneer de grootouders en de ouders nog rekeningen met elkaar te vereffenen
hebben, zal ook het kind daarin betrokken worden.
Inherent aan het leven is dat er altijd rekeningen blijven openstaan.
Wanneer er sprake is van een ernstige stagnatie in een verticale lijn,
een rekening die gepresenteerd wordt, dan moet bijvoorbeeld een kind deze
rekening betalen: 'Kind van de rekening'.
Huwelijk, partnerschap en loyaliteit:
Conflicten en problemen binnen relaties kunnen vaak gaan om verborgen
loyaliteiten naar de ouders. Ten einde huwelijksproblemen te
kunnen begrijpen is het van wezenlijk belang erachter te komen hoe de
loyaliteitshuishouding is opgebouwd.
Het huwelijk leidt vaak tot een confrontatie tussen de oorsprongsloyaliteiten.
Zijn hierin onevenwichtigheden, dan vormen deze de bepalende factoren
voor verstoorde balansen in de huwelijksrelatie.
Het huwelijk heeft de meeste kans tot wederkerigheid en rechtvaardigheid
in de balans van geven en nemen als de oorspronkelijke loyaliteitssystemen
van beide partners gerespecteerd en erkend worden en beiden het vermogen
bezitten hierin hulp te bieden aan elkaar.
Opeenvolgende generaties:
Ieder individu is geboren in een samenstel van vroegere en huidige relaties,
die de aard van de toekomstige relaties vormen. Het al of niet krijgen
van nakomelingen is daar onlosmakelijk mee verbonden. Het vraagstuk van
en de strijd om die keuze, waarin partners soms jarenlang gevangen zitten,
kan een gevolg zijn van loyaliteitsconflicten.
Het kan ogenschijnlijk lijken op een machtsconflict, maar vanuit het driegeneratie-perspectief
kan het vaak herleid worden tot de doorgaande lijnen tussen grootouders,
ouders en kinderen.
Echtscheiding en loyaliteit van betrokken kinderen:
De kinderen die gedwongen worden om te kiezen tussen hun ouders,
komen in een onmogelijke, gevaarlijke positie.
Een kind wil en kan niet kiezen.
Kinderen mogen wel gehoord worden over hun mening, maar een kind mag nooit
beladen worden met de ondragelijke last om de hoofdverantwoordelijke te
zijn die de beslissing moet nemen bij welke ouder het zal gaan leven.
Bovendien behoren de vragen aan het kind zo geformuleerd te worden dat
men het kind niet in een deloyale positie van de ene ouder naar de andere
brengt.
Gespleten loyaliteit:
Een kind raakt betrokken bij een gespleten primaire loyaliteit
wanneer ouders aan het kind eisen stellen die in conflict met elkaar zijn,
op een dusdanige manier dat het kind alleen loyaal kan zijn aan één ouder
ten koste van zijn loyaliteit naar de andere ouder.
In tegenstelling tot een loyaliteitsconflict waarbij het gaat om een breuk
tussen de verticale loyaliteit en de horizontale loyaliteit, betekent
een gespleten primaire loyaliteit een ernstige scheur in de zijns-loyaliteit
tussen twee ouders en hun kind.
Het erven van een toekomst:
De verworvenheden, baten en lasten uit het verleden van voorouders en
ouders vormen tezamen het erfgoed. In onze wortels zijn bepalende
feiten aanwezig die door de generaties aan ieder worden doorgegeven.
Deze feiten kunnen van velerlei aard zijn.
Sommige existenciële feiten staan vast: ieder die geboren is, is van vrouwelijk
of van het mannelijk geslacht.
Andere invloeden worden erfelijk doorgegeven, zoals huidskleur, ras en
aanleg. Men is niet vrij ten aanzien van de keuze ervan.
Beïnvloeding vanuit vorige generaties en ouders gaat ook uit van levensfeiten
en gebeurtenissen zoals overlijden en geboorte; zo laten ook scheiding,
adoptie en het doorgemaakt hebben van onderdrukking en oorlogen hun indrukken
na op de komende generaties.
De wijze waarop ieder individu al deze feiten, verworvenheden en lasten
voor zich- of haarzelf in het levensplan integreert, en daarmee een schakel
vormt naar de komende generaties, is zijn of haar legaat (legacy).
Binnen dit individuele legaat heeft men reeds te maken met twee stromen
van invloeden vanuit de generaties, namelijk van moeders - en van vaderszijde.
Het is een hele puzzel om uit de beide families de werkzame krachten te
zeven en te transformeren naar de toekomst.
Een mens kan zich moeilijk verzetten tegen één kant van zijn overgeërfde
krachten en lasten van zijn oorsprong. Wanneer men een deel van zijn oorsprong
negeert of ontkent maakt dat onvrij en werpt dat een last op voor de toekomst
en mogelijk ook voor de komende generaties.
Als men zijn wortels erkent, de waarde ervan opneemt en in zijn leven
inbouwt, verwerft men hiermee een recht op vrij worden en draagt men bij
aan de toekomst.
De bewerking en de ervaring van het legaat leveren een specifieke bijdrage
voor de individuele vrijheid en scheppen tegelijk vitale bronnen naar
de samenleving toe.
Hierdoor verwerft men het volste recht om dit door te geven naar de toekomst.
Het volste recht
Vertrouwen en betrouwbaarheid
Vanuit het beginsel van rechtvaardigheid heeft Nagy de begrippen betrouwbaarheid
en verdiend vertrouwen ontwikkeld, die nu de hoekstenen vormen
voor de contextuele therapie.
Relaties zijn kansen geven om te geven, niet alleen om te ontvangen. Het
in acht nemen van elkaars belangen en het daardoor scheppen van betrouwbare
relaties is van fundamentele betekenis.
Wanneer men zijn eigen belangen in het oog houdt en tegelijkertijd oog
heeft voor de belangen van de ander, kan er een balans ontstaan die wederzijds
fair is. Wanneer men dus zowel rekening houdt met zichzelf als met de
ander en daardoor zorg heeft voor een evenwicht in de wederzijdse belangen,
kan men aanspraak maken op verdienste. Van daaruit kan men een recht ontwikkelen
op erkenning van de ander.
Het feit dat relaties mogelijkheden zijn om vertrouwen te verdienen
en te geven met het daaruit voorvloeiende gerechtigd zijn om aanspraak
te maken op de zorg van de ander, heft de tegenstelling op tussen het
zoeken van winst voor jezelf en het rekening houden met andermans belang.
Het proces van het verwerven van recht slaat een brug tussen op zichzelf
gericht egoïsme en op de ander gericht altruïsme. Het gerechtigd zijn
door verdienste en dus gerechtigd zijn om aanspraak te maken op de zorg
van de ander vat Nagy samen onder het Engelse woord entitlement.
Horizontale relaties en verworven recht.
Iedere relatie heeft op zijn minst twee kanten en iedere relatie heeft
haar eigen voorwaarden voor belangen en rechten.
Belangenconflicten zijn in gezinnen dus onvermijdelijk. De rechtvaardigheid
in de balans van geven en nemen is in symmmetrische, horizontale relaties
pas te beoordelen over een langere tijdsduur en kan nooit van moment tot
moment gewogen worden, omdat er dan altijd sprake is van voor- en nadeel
uitgebuit door de partner, desondanks kan een relatie tussen partners
betrouwbaar zijn als er over een langere tijd gemeten sprake
is van wederzijdse verdienste in de vorm van het tonen van zorg én het
reageren op die zorg.
De criteria waaraan men kan afmeten of een balans tussen partners fair
is, zijn dan wederzijdse betrokkenheid en billijkheid in geven en nemen.
Verticale relaties en natuurrecht of inherent recht.
Van ouders van kleine kinderen wordt voortdurend zorg gevraagd, het kind
heeft daar zelfs recht op, het zou immers zonder zorg niet kunnen overleven
en wij spreken dan ook van het natuurrecht of inherent recht van het
kleine kind, van wie nog niets terug verwacht kan worden.
Toch zijn er ouders die zelf zo beschadigd zijn in hun jeugd, dat zij
niet kunnen beantwoorden aan het beroep dat door het kind op hen gedaan
wordt.
Onrechtvaardigheid en het gerechtigd zijn tot destructie.
Onrechtvaardige levensomstandigheden maken iemand gerechtigd om aanspraak
te maken zonder dat men er zelf verdienste tegenover hoeft te stellen.
In die zin is het te vergelijken met het natuurrecht van de pasgeborene
die ook aanspraak mag maken zonder terug te geven.
Dit is dus in tegenstelling tot de gewone gang van zaken in het leven,
waarbij de gerechtigde aanspraak parallel loopt met het door verdienste
verworven recht.
Naarmate het levenslot ons gunstig is geweest, moeten wij dus te meer
onze gerechtigde aanspraak verdienen. Dit klinkt paradoxaal omdat het
in het leven er vaak naar uitziet dat men recht kan ontlenen aan de machtige
positie die men bekleedt, bijvoorbeeld als ouders ten opzichte van kinderen
of als werkgever ten opzichte van werknemers.
Als wij voldoende vertrouwen en rechtvaardigheid hebben ervaren, kunnen
wij wegen vinden om met de onrechtvaardigheden die in ieders leven voorkomen
om te gaan.
Onrechtvaardigheid die men in de loop van het leven te incasseren
krijgt, weegt zwaarder naarmate het beleven van onrecht gekoppeld is aan
gebrek aan vertrouwen waaronder men als kind geleden heeft.
Het natuurrecht van de pasgeborene wordt groter als de ouders niet
goed voor hem of haar zorgen. Ouders die zelf ernstig hebben geleden onder
onrecht, verwachten soms een onvervulbare mate van betrouwbaarheid van
hun kinderen. Zij vragen zoveel dat het kind wel moet falen. Op deze wijze
vormen de kinderen opnieuw het bewijs voor de ouders dat het leven altijd
onbetrouwbaar blijft.
Door het kind buiten proportie verantwoordelijk te maken en het geen erkenning
te geven voor het vertrouwen dat het geeft, maar het integendeel een verwijt
te maken over zijn falen, kunnen ouders het kind belasten met een niet
aflatend gevoel van in de schuld te staan.
Hoewel het kind aanspraak kan maken op verdiend vertrouwen, krijgt het
daar geen bewijzen van en dus geen besef van gerechtigd te zijn. In dit
proces verliest het kind het vertrouwen in de wereld en ontwikkelt een
recht, namelijk het recht om destructief wraak te nemen. Het heeft immers
ervaren dat het niets oplevert om vertrouwen te geven en zelf betrouwbaar
te zijn.
De betekenis van het mobiliseren van vertrouwen in de therapie.
Het bouwen van vertrouwen is zowel de ideologische fundering als het
voornaamste gereedschap in de therapie. Het is het proces waarbij
ook de rudimenten van vertrouwen tussen gezinsleden of anderszins belangrijke
relaties naar voren worden gehaald en geactiveerd. Is het mogelijk dat
iemand nog bevrijd kan worden uit de cirkelgang van het gerechtigd zijn
tot destructie en het daardoor weer oproepen van onrecht voor zichzelf
en anderen?
Aan de basis voor de behoefte tot destructie ligt het nooit begrip ondervonden
hebben voor de aangedane onrechtvaardigheid en het geschonden vertrouwen.
(van den Eerenbeemt en van Heusden , p 29 -
42, 47 -49, 53 -55, 59, 61).
|