ASTROLOGIE - De dertien Keltische Manen en hun bomen. - pagina
van Mandala Lier

Korte inhoud: De Maandkalender van de Kelten. Keltische astrologie. De Zonnekalender. Het Oghamalfabet. Druïden. De boom als levenssymbool. Boomrituelen in andere culturen. De dertien Manen van de Kelten en de bijpassende bomen: de berk, de lijsterbes, de es, de els, de wilg, de meidoorn, de eik, de maretak, de hulst, de hazelaar, de braam, de klimop, het riet en de vlier.

 


Je gids astrologie

Home Mandala Lier


Bereken je horoscoop

Atlas en Tijdzones


Agenda
Astrolinks
Artikels
Boeken
Consulten
Geschiedenis
Keltische astrologie
Kosmobiologie
Maanfasen
Opleiding
Software - Freeware
Siderische astrologie
Tijdschriften
Verenigingen
Wetenschappelijk onderzoek

Communicatie

E-zines
Chatroom
Debatfora
Nieuwsgroepen

Winkelen

Esoterisch winkelcentrum


Andere

Psychotherapie
Spiritueel
HTML

 

 

De Maandkalender en de Zonnekalender.

Onze voorouders, de Kelten gebruikten vroeger een Maandkalender. Deze was gebaseerd op de Maan. Door observatie van de Maan kwamen ze op een Maancyclus van 28 dagen, die werd verdeeld in 4 groepen van 7 dagen (Nieuwe Maan, 1e kwartier, Volle Maan en Laatste Kwartier: telkens een periode van 7 dagen). Ook de Islam gebruikt nog steeds een niet gecorrigeerde Maandkalender, met als gevolg dat de Ramadan steeds opschuift. De Joden gebruiken ook een Maandkalender, maar dan wel een gecorrigeerde.

Later zijn wij overgestapt op de Zonnekalender, gebaseerd op de veranderingen van de Zon. Onze voorouders zagen dat de Zon in de winter een kleine boog maakt, en laag aan de hemel blijft, tegelijk zijn de dagen korter. In de zomer volgt de Zon een grote boog hoog aan de hemel, dit valt samen met lange dagen. Deze bewegingen werden door de Druïden vastgelegd. Hoe deden ze dat? Ze sloegen een stok in de grond op de plaats waar de zon opkwam in het Oosten. Elke dag deden ze dat opnieuw. En de stokken schoven langzaam op naar het Noorden. Bij de Zonnewende bleef de stokken een drietal dagen op dezelfde plaats staan om daarna langzaam terug te keren. Tijdens de winterzonnewende werd het laagste punt bereikt. Tussenin wanneer de dagen evenlang waren als de nachten had je dan de lente- en herfstevening. Met deze palen had men dus de Zon kunnen vastleggen. De stokken waren in hout, en nadien werd er een heiligdom van gemaakt, in steen. Zo ontstond o.m. het bekende Stonehenge (zonneobservatorium).

De Zonnekalender werd uiteindelijk opgelegd door het Christendom (de Maankalender was eenvoudiger dan de Zonnekalender).

Het OGHAM-alfabet.

De Kelten gebruikten een eigen alfabet, het OGHAM-alfabet genaamd, dit is een eenvoudig alfabet, dat enkel gebruikt werd voor opschriften, er zijn dus nooit boeken mee geschreven. De Druïden vonden trouwens dat alles in het geheugen moest blijven en dat het niet nodig was boeken te schrijven. Elke letter van dit alfabet is een beginletter van de 20 belangrijkste bomen van de Kelten; 13 letters verwijzen naar de 12 à 13 manen per jaar. De cyclus van de Maan telde 28 (bijna 29) dagen, daarom waren er soms 12, soms 13 manen per jaar. Men rekende dan13 x 28 is 364 + 1 dag is één jaar; die ene dag werd gewijd aan de maretak. De maretak was een boom op een boom. Daarvan komt dan het gezegde 1 jaar en één dag.

De boom als levenssymbool.

Door alle culturen en tijden heen is de boom voor de mens een belangrijk levenssymbool geweest. In onze huidige geïndustrialiseerde samenleving wordt die betekenis naar de achtergond verdrongen. Tot vandaag toe kennen wij een aantal bomen waaraan een helende kracht wordt toegeschreven. Vroeger werd aan de bomen een ganse kultus gewijd. Het christendom zag ten tijde van zijn verspreiding deze heilige bomen als momumentale vertegenwoordigers van deze 'heidense' natuurreligies. Daarom werden in die tijd op last van het christendom heel wat bomen omgehakt. Maar meestal koppelde men de oude cultus aan de nieuwe godsdienst, vandaar dat de kapelletjesboom ontstond, waarbij men meer de nadruk ging leggen op het kapelletje dan op de boom. Op die manier zette het Christendom de oude gebruiken naar zijn hand.
De Kelten introduceerden het gebruik om bij de woning of op het dorpsplein een linde te planten, ter bescherming van familie en gemeenschap. Onder de dorpslinde vergaderden de schepenen, sprak men recht, en werd er gedanst bij feestelijkheden. Jonge geliefden spraken er af omdat er onder deze aan liefde en vruchtbaarheid gewijde boom gekust mocht worden. Wanneer er recht gesproken werd, vervulde de boom ook dikwijls een rol als galg of schandpaal bij het uitvoeren van de opgelegde straffen. Rechtspreken gebeurde zowel onder de linde als onder de eik.
Er waren ook heksenbomen. 's Nachts zaten er trompetspelende heksen in die linden, en je kon deze bomen maar best vermijden want heksen bespringen de voorbijgangers; men noemde dit : 'van de mare bereden worden'. En een minnaar die je bedrogen had, kan je betoveren door drie nagels in een kapellekensboom te slaan.
Een ander gebruik is het planten van de meiboom op de laatste zondag van april. Het ontluikende frisse groen houdt de belofte in voor een vruchtbaar jaar. De dansen en volksspelen die rond de meiboom worden gehouden, staan symbool voor vreugde en vernieuwing.
In de donkerste dagen van het jaar wordt de kerstboom in de huiskamer geplaatst. Wie van ons kent er nog de betekenis van dit gebruik, dit was het voorchristelijk 'feest van het licht', dat de wedergeboorte van de zon en het licht op de duisternis symboliseert. Vanaf de winterzonnewende (+/- 21 december) worden de dager immers terug langer dan de nachten.
Ook bij een nieuw leven wordt soms een jonge boom geplant, en men verbindt dan het leven van dit pasgeboren kind met de levenskracht van de lotsboom.

Boomrituelen in andere culturen.

De boom staat dikwijls in verband met een aantal overgangsrituelen van kind naar volwassene. Vandaag nog worden in Italië jongens aan het begin van hun puberteit door hun ouders driemaal door de gespleten stam van een jonge boom gehaald. Deze symboliseert een vagina waardoor de jongens op een rituele manier herboren worden. Op het snijvlak wordt een gewijde afbeelding van de Maagd Maria vastgemaakt dat in de boom blijft zitten wanneer deze, weer dichtgebonden, verder uitgroeit tot een volwassen boom. Ander voorbeelden vind je in de Voedoe-godsdienst in Haïti waar men de god van de vegetatie aanbidt, Loco genaamd, in de gedaante van een boom. In Vanuatu duiken jongens, om hun moed te bewijzen, van een 15 meter hoog houten platform waarbij alleen een aan hun enkels gebonden elastische band voorkomt dat ze te pletter vallen. Ook bij de Sjamanen speelde de boom een belangrijke rol.

De 13 Manen van de Kelten (welsch) en hun respectievelijke 13 bomen.

Elke boom was gelinkt met een bepaalde Maan van het jaar. Het Keltisch jaar begon volgens sommigen op 1 november met het Samheinfeest. Het ogenblik waarop men de doden ging eren, het land lag dan braak, de vruchten waren geplukt. Men dacht aan een vlies tussen twee werelden - deze wereld en die der overledenen - dat op deze moment het gemakkelijkst doordringbaar was. Volgens anderen startte het jaar op 25/12 of met de eerste Maan na de winterzonnewende. In de tekst hieronder baseren we ons op deze laatste startdatum.

De eerste boom van de dertien is de BERK (Beth)en valt samen met de eerste Maan na de winterzonnewende. De berk heeft een witte stam (let wel een jonge berk heeft een bruine stam) en werd aan de Zon toegewijd, men sprak van de overwinning van het zonlicht op de duisternis (de winterzonnewende). De berk kan het meest Noordelijk groeien, het is een heel taaie boom en staat symbool voor vernieuwing, reinheid en zuivering. Er werden bezems gemaakt van rijsthout. Van berkesap kan je wijn maken, berksesap is trouwens erg gezond.

De tweede boom van de dertien is de LIJSTERBES (Louis). Dit is een vrouwelijke boom, in het najaar heeft deze mooie oranjebessen; hij wordt niet groot en heeft vedervormige bladeren. Deze boom staat voor bescherming, en wordt geassocieerd met het hert en Mercurius en met de tweede Maan na de winterzonnewende..

De derde boom van de dertien is de ES (Nion). Dit is een mannelijke boom, een hoge boom die gebruikt werd voor het maken van stelen voor gebruiksvoorwerpen (bv speren, bezemstelen). Het hout is sterk, soepel en heel recht. Het symboliseert de verbinding tussen de hogere en de lagere wereld. In het Germaans heet deze Yggdrasil of levensboom. Deze boom wordt geassocieerd met de ever en met Mars en Jupiter en met de derde Maan na de winterzonnewende.

De vierde boom van de dertien is de ELS (Fearn). Deze boom draagt typische katjes en is een waterboom bij uitstek. Het is een vrouwelijke boom. Als je er een tak afscheurt dan geeft deze een rode kleur af (vandaar ook vrouwelijk). Het is de enige boom die niet rot in het water, en het hout ervan werd dan ook in de grond gebruikt als steunpunt. Deze boom wordt geassocieerd met de bij en met de planeet Venus en met de vierde Maan na de winterzonnewende.

De vijfde boom van de dertien is de WILG (Saille, Salix). De wilgenbast werd gebruikt als pijnstiller. Salinezuur wordt bv. gebruikt in aspirientjes. De wilg staat voor levenskracht en reïncarnatie. De wilg zuigt veel water, en werd gebruikt als vrouwelijke staf. Het hout van de knotwilg werd gebruikt om te vlechten. Deze boom wordt geassocieerd met de Maan en met de wolvin en met de vijfde Maan na de winterzonnewende.

De zesde boom van de dertien is de MEIDOORN. Deze staat bekend voor de vruchtbaarheid en wordt geassocieerd met Venus en de stier en met de zesde Maan na de winterzonnewende.

De zevende boom van de dertien is de EIK (douib). Je hebt de zomereik en de wintereik. De zomereik heeft géén steeltje en de wintereik wel. Onder deze bomen werden belangrijke vergaderingen gehouden. De druïden werden de wijze mannen van de eik genoemd. In de winter groeide op deze eik de MARETAK (deze groeide echter ook op andere bomen). De maretak is een parasiet. De maretak draagt in de winter vruchten, kleine bolletjes die iets slijmerigs afgeven als je er op drukt. Dit slijmerigs hield verband met het mannelijk sperma. Men spreekt ook van de eikkoning: de eik was namelijk de koning van de bomen van 21/12 tot 21/06. Daarna was de hulstkoning van 21/06 tot 21/12. De hulst heeft stekels. De eikkoning en de hulstkoning hadden banden met elkaar. De eik werd geassocieerd met het paard en met Jupiter. De maretak werd geassocieerd met de beer en ook met Jupiter. Deze zevende boom viel samen met de zevende Maan na de winterzonnewende.

De achtste boom van de dertien is dan de HULST (tinne). De huklst stekelt, en is een boom die erg dwars kan liggen. De hulst draagt hosten (ram). De Hulst wordt geassocieerd met Mercurius en Mars en met de achtste Maan na de winterzonnewende.

De negende boom van de dertien is de HAZELAAR (cull). Deze gebruikt men voor de mannelijke staf en wordt geassocieerd met wijsheid, met de raaf en met de negende Maan na de winterzonnewende.

De tiende boom van de dertien is de BRAAM (muin). Deze werd door de Kelten ook als een boom gezien. De braam kan een een belangrijke hindernis vormen, en voor problemen onderweg. Deze boom viel samen met een Maan in het najaar (de tiende dus), een moeilijke periode. Hij werd geassocieerd met Pluto, Neptunus en met de Steenbok.

De elfde boom van de dertien is de KLIMOP (gort). Deze overwint de barrière, via de klimop kom je boven de braam. Hij werd geassocieerd met de arend en met Uranus en met Saturnus en met de elfde Maan na de winterzonnewende.

De twaalfde boom van de dertien is het RIET (peith). Deze viel samen met de Maan van eind oktober begin november (dus de twaalfde). Het Riet is bekend voor zijn enorme buigzaamheid, en de oogst van het riet werd gebruikt als dakbedekking. Deze boom werd geassocieerd met Neptunus en de zalm.

De dertiende boom van de dertien is de VLIER (). Deze viel samen met de donkerste periode van het jaar en met de dertiende Maan na de winterzonnewende. Van deze boom kan je vlierwijn maken. Hij werd geassocieerd met Mars, Pluto en de draak.

Bronnen: Voor meer informatie en rondleiding kan je contact opnemen met jeugdschrijver Patrick Lagrou. Ik heb zelf samen met Anita, mijn echtgenote zijn verhaal over de Keltische bomen gehoord in een activiteit met als titel "de Keltische bomensymboliek en het midzomerritueel" georganiseerd door De Spiegel (Spoorweglaan 101, Haasdonk 03-775 44 84) in het arboretum in Haasdonk (Hof ter Saksen, Haasdonklaan 101) op zondag 25 juni 2000. Ik ben bovenstaande bomen anders gaan zien, en vond het een verrijkende dag.
Zie ook het boek van Petra Sonnenberg, De spirituele kracht van bomen, De oerkrachten en helende eigenschappen van bomen voor het versterken van lichaam en geest, uitgeverij Schors, Amsterdam, 1999, 176p.
Zie ook de brochure: Ik ben een boom, een kunstenaarsproject (april 1997-juni 1999) met educatief luik voor kinderen van 8 tot 12 jaar van Rasa, Dr. Verdurmenstraat 16, 9100 Sint-Niklaas.

 

 

Ga naar top
Home Mandala Lier
Feedback
E-mail
laatste bijwerking 8 juli 2000